Hoe een Salade Niçoise je leven kan veranderen…
“En opeens weet je het gewoon…het is tijd om iets nieuws te beginnen en te vertrouwen op de magie van het begin.” Citaat Meester Eckhart (14de eeuw).
(English below)
Jij hebt toch ook wel eens van die momenten in je leven dat je denkt: “Is dit het?”.
Ik had zo’n fase rond mijn veertigste, in het jaar 1991. Ik zat in een relatie die niet lekker ging; ik werkte bij hem (de wijnman) in het bedrijf en bedacht me dat als we uit elkaar zouden gaan ik dan ook geen baan meer zou hebben. Of misschien was de rek wel uit die relatie omdát ik in zijn bedrijf werkte; we zagen elkaar te veel.
We hadden een reis geboekt naar Toscane, half zakelijk half vakantie. Ik had een fijn huis gehuurd op het vroegere wijndomein van Fattoria de Catignano (8 km van Siena). Twee dagen voordat we zouden vertrekken zei de wijnman uit het niets: “Weet je, ik heb teveel aan mijn hoofd. Ik blijf thuis, dus ga maar alleen”. Grazie mille, bedankt dus. Ja, het ging echt lekker met die relatie. Met werkweken van 70 tot 80 uur was ik wel aan de vakantie toe. Dus inderdaad, ik ging – in mijn eentje. Ik ‘mocht’ gelukkig wel zijn auto meenemen, met airconditioning (in die tijd niet gewoon dat er airconditioning in een auto zat). Fijn hoor, nogmaals grazie mille.
Twee dagen later reed ik weg. Ik vind autorijden heerlijk, daarbij ben ik een verstandige rijder. Regelmatig stoppen, iets eten en drinken, ergens een nachtje blijven slapen, want ja de vakantie begint zodra je deur uitstapt. Ik had een heerlijke tijd daar in Toscane. De vroegere eigenaar van het wijnbedrijf onderhield nog steeds de moestuin en kwam me iedere dag de allerlekkerste rijpe tomaten brengen die nog warm waren van de zon en ik mocht zoveel verse basilicum plukken als ik nodig had. Ik had geen zin om naar huis te bellen, stuurde iedere dag een ansichtkaart met een kort berichtje wat ik zoal deed (bij thuiskomst werd me door de wijnman verteld dat dat absoluut niet prijs werd gesteld, jammer dan – grazie mille). Ik zou drie weken blijven, maar na twee weken had ik het eigenlijk wel gezien en besloot nog een weekje naar Zuid-Frankrijk te gaan. Ik belde Hotel Durante in Nice (de wijnman en ik gingen daar vaker naar toe, want dichtbij het station en de beste verbinding naar de Grand Prix van Monaco – de wijnman naar de races en ik naar het strand) en ze hadden zowaar nog plaats. Dus hop daar ging ik weer, airconditioning aan en door 122 tunnels richting naar Nice.
Ik checkte in bij het hotel en pakte mijn strandtas want ik had vanuit Italië al een transat + matelas gereserveerd bij La Plage Beau Rivage en een tafeltje voor de lunch. Ik kwam helemaal bij in de warme zon onder mijn parasol. Lunchtijd! Natuurlijk bestelde ik een Salade Niçoise, want als je in Nice bent… Oh wat smaakte deze heerlijk. Terwijl ik nipte aan mijn coupe de champagne bedacht ik dat het natuurlijk balen was dat ik de afgelopen weken in mijn eentje zat, maar dat het me ook veel rust had gegeven. Nog even genieten van de zon en dan naar het hotel, douchen en een heerlijk kopje thee voor mezelf zetten. Dát moment was hét moment! Want – oh nee! – ik had mijn blik thee in het huis in Toscane laten staan. Ik dronk altijd losse thee, goede kwaliteit (verwend met goede wijn door de wijnman en dan gewend raken aan kwaliteit en ja het was toen al thee van Betjeman & Barton) en nam daarom altijd mijn eigen thee overal mee naar toe. En nu zat ik dus zonder en zou ik het met zakjes moeten doen. Mais non, natuurlijk niet. Ik wist wel een goede theewinkel op weg naar mijn hotel en zou even wat inslaan. En ineens bedacht ik me dat ik zou blijven bij de wijnman, maar zijn bedrijf zou verlaten en mijn eigen theewinkel zou beginnen. Echt op dat moment, met de smaak van de salade niçoise nog in mijn mond. Ik verslikte mij bijna in mijn coupe de champagne, vroeg de ober om pen en papier en krabbelde op een heel klein blaadje het concept van mijn bedrijf neer: een winkel met de beste kwaliteit thee, zoetwaren, serviesgoed en alles rondom de gedekt theetafel en een groothandel in thee voor horeca en detailhandel.
En vandaag 14 augustus 2022 is het precies 30 jaar geleden dat ik na een jaar van voorbereiding de deuren van mijn eerste winkel opende. Ik zit in de trein en ben onderweg naar Parijs. Weer in mijn eentje, even stilstaan bij dat moment dertig jaar geleden, een glas champagne op een terras en mijmeren over de afgelopen jaren en wat het idee voor die theewinkel mij allemaal heeft gebracht.
Oh ja, de wijnman en ik gingen twee jaar later toch uit elkaar. Grazie mille, merci beaucoup.

How a Salade Niçoise can change your life...
“And suddenly you just know…it’s time to start something new and trust the magic of beginnings.” Quote Meister Eckhart (14th century).
Do you have those moments in your life where you think: “Is this it?
I had such a phase around my 40th, in the year 1991. I was in a relationship that wasn’t going well; I worked for him (the wine man) in the company and thought to myself that if we broke up, I wouldn’t have a job either. Or maybe the reason I was in a relationship that wasn’t going well was because I worked in his company; we saw too much of each other.
We had booked a trip to Tuscany, half business, half holiday. I had rented a nice house on the former wine estate of Fattoria de Catignano (8 km from Siena). Two days before we were due to leave the wine man suddenly said: “You know, I have too much on my mind. I’m staying home, so go alone”. Grazie mille, thank you. Yes, things were really going well with that relationship. With working weeks of 70 to 80 hours, I was ready for a holiday. So yes, I went – on my own. Luckily I was ‘allowed’ to take his car, with air-conditioning (in those days it was not normal to have air-conditioning in a car). Great, once again grazie mille.
Two days later I drove off. I love driving, and I am a sensible driver. I stop regularly, have something to eat and drink, spend the night somewhere, because yes, the holiday starts as soon as you step out of your front door. I had a wonderful time there in Tuscany. The former owner of the winery still tended the vegetable garden and came every day to bring me the tastiest ripe tomatoes that were still warm from the sun and I could pick as much fresh basil as I needed. I didn’t feel like calling home, so I sent a postcard every day with a short message about what I was doing (when I got home, I was told by the wine man that this was absolutely not appreciated, too bad – grazie mille). I was supposed to stay for three weeks, but after two weeks I had actually seen enough and decided to go to the South of France for another week. I phoned Hotel Durante in Nice (the wine man and I often went there, because it was close to the station and the best connection to the Monaco Grand Prix – the wine man went to the races and I went to the beach) and they actually still had room. So off I went, air conditioning on and through 122 tunnels to Nice.
I checked in at the hotel and grabbed my beach bag because I had already booked a transat + matelas at La Plage Beau Rivage and a table for lunch. I recovered in the warm sun under my parasol. Lunchtime! Of course I ordered a Salade Niçoise, because when in Nice…. Oh how delicious it was. While I sipped my coupe de champagne I thought that of course it was a pity that I was on my own the past weeks, but that it had also given me a lot of rest. I still enjoyed the sunshine for a while before going back to the hotel to take a shower and making myself a nice cup of tea. That moment was the moment! Because – oh no! – I had left my tin of tea in the house in Tuscany. I always drank loose tea, good quality (spoiled with good wine by the wine man and then getting used to quality and yes it was already tea from Betjeman & Barton) and therefore I always took my own tea with me everywhere. And now I was without and would have to make do with bags. Mais non, of course not. I knew of a good tea shop on the way to my hotel and was going to stock up. And suddenly I knew that I would stay with the wine man, but would leave his business and start my own tea shop. Right then with the taste of the Salad Niçoise still in my mouth, I almost choked on my coupe de champagne, asked the waiter for a pen and paper and scribbled down the concept of my business on a very small piece of paper: a shop selling the best quality teas, sweets, crockery and everything around the tea table covered and a wholesale tea business for restaurants, hotels and retail sectors.
And today, the 14th of August 2022, it is exactly 30 years since I opened the doors of my first shop after a year of preparation. I am on the train and on my way to Paris. On my own again, I will go and have a glass of champagne on a terrace, reflecting that moment 30 years ago and musing about the past years and what the idea for the tea shop brought me.
Oh yes, the wine man and I did break up two years later. Grazie mille, merci beaucoup.
Published: 14/8/2022
_________________________________________________________________________________________
Soupe de poisson of bouillabaisse
… over een vriendschap.
(English below)
Onlangs was ik in Marseille en als er iets is dat je daar moet eten dan is het wel soupe de poisson of bouillabaisse want die komen daarvandaan. En als ik aan vissoep en bouillabaisse denk, denk ik aan een hele lieve vriendin. Vandaag 1 augustus 2022 is het 45 jaar geleden dat ik voor haar ging werken als secretaresse en al snel ontstond een bijzondere vriendschap. 24 was ik en directiesecretaresse bij een jong, bloeiend en groeiend bedrijf. In 1977 was het heel bijzonder dat een vrouw aan het hoofd van een commercieel bedrijf stond. Zij was toen 33.
Tussen het werk door praatten we over van alles: onszelf, onze jeugd, sterrenrestaurants, de mannen in ons leven. We leerden elkaar steeds beter kennen en een jaar later vroeg ze mij mee te gaan naar Zuid-Frankrijk. Haar broer had een flat gekocht in Cannes en het leek haar leuk om daar samen met mij een week naar toe te gaan.
En daar gingen we; in haar donkerblauwe Jaguar. Wat een feest. Eerst naar Parijs, we sliepen een nachtje in het Intercontinental Hotel destijds nog in de Rue de Castiglione. We moesten lachen om de piepkleine kamer, die in mijn herinnering ongeveer 12 vierkante meter was. Daarna in één keer door naar Cannes. Ik las de kaart en zij had mij streng toegesproken dat het niet de bedoeling was om in slaap te vallen. Ja baas.
Toen we in de late middag (of was het vroege avond, ik weet het niet meer) aankwamen in de flat was er niets te eten. Geen nood, we gingen meteen naar de Boulevard De Croisettes. Tja, waar moesten we eten? We hadden wel een Guide Michelin bij ons, maar die lag nog in de flat. Oh wat hadden we een trek. Dit terras dan maar. Nee hoor, TL-verlichting, ongezellig. Die dan maar? Oui! Het was inmiddels tegen 21.00 uur – aan de Côte een hele normale tijd om aan tafel te gaan. Nadat we de kaart hadden bestudeerd besloten we voor de ‘soupe de poisson’ te gaan; geen idee wat we zouden krijgen, want we hadden dat allebei nog nooit gegeten. En toen kwam die hoor. Zo’n ouderwetse witte soepterrine met leeuwenkoppen en een grote soeplepel erin, een schaaltje croutons, een bakje met geraspte Gruyère en een bakje met rouille. Wat moesten we daarmee doen? We keken om ons heen en begrepen dat het de bedoeling was dat je zelf de soep opschept, de rouille op de croutons moet smeren, in de soep doet en vervolgens de kaas eroverheen strooit. Direct begon de soep te binden. En toen die eerste hap… Goddelijk! Nóg maar een beetje opscheppen, pourquois pas? Ja, op dat moment kwam de vissoep in mijn leven.
Ik heb zesenhalf jaar voor mijn vriendin gewerkt. Ik vertrok naar een andere baan; de vriendschap bleef.
Bijna twintig jaar later, 1995. Mijn vriendin nodigde mij en een andere vriendin van haar uit voor een heel lang weekend Cannes. Ze had er een appartement gehuurd pal naast het Carlton Hotel. Overdag lagen we heerlijk te zonnebaden op het ponton van het hotel, ’s avonds gingen we er feestelijk dineren want er was vuurwerk. We keken in de menukaart: geen vissoep, maar wel bouillabaisse. Nou die dan maar. Het bleek een gerecht dat in zes gangen werd geserveerd. Het ene gerechtje nog verfijnder dan het andere, maar toen we eindelijk aan de echte bouillabaisse (nee, dat is geen soep, maar dat is de vis waarvan de soep is getrokken) toe waren, hadden we geen trek meer. Oh ja het was délicieux, maar – excusez-nous – echt te veel, pas de dessert, nee laat de café ook maar zitten. Wat hebben we erom moeten lachen.
Al zo’n veertig jaar ga ik een paar keer per jaar naar Parijs en altijd eet ik oesters (oui, avec une coupe de champagne) bij Brasserie Terminus Nord voordat ik de Thalys naar huis neem. In de winter staat de vissoep daar op de kaart en dat is echt allerlekkerste vissoep die ik ken. Okay heel lang geleden in de tijd van Gerard Fagel en Wulf Engel kon je bij Auberge De Hoefslag ook een heerlijke vissoep eten, maar daar zat zoveel kreeftenfond in, dat het eigenlijk meer een bisque was. Toen ik in juli in Marseille was at ik in het Mucem een heerlijke vissoep in de Brasserie/Restaurant La Cuisine (een restaurant van Gerald Passedat – zijn restaurant Le Petit Nice heeft sinds 2008 drie sterren).
De soupe de poisson is nog steeds een gerecht dat ik graag eet. En natuurlijk denk ik dan altijd even aan aan mijn vriendin.

Soupe de poisson or bouillabaisse… about a friendship.
Recently I was in Marseille and if there is anything you should eat there, it is soupe de poisson or bouillabaisse because they come from there. And when I think of fish soup and bouillabaisse, I think of a very dear friend. Today, 1 August 2022, it is 45 years ago that I started working for her as a secretary and a special friendship quickly developed. I was 24 and an executive secretary in a young, flourishing and growing company. In 1977, it was very special to have a woman at the head of a commercial company. She was 32 at the time.
In between work we talked about a lot: ourselves, our childhoods, Michelin star restaurants, the men in our lives. We got to know each other better and better and a year later she asked me to go with her to the South of France. Her brother had bought a flat in Cannes and she thought it would be nice to go there with me for a week.
And there we went, in her dark blue Jaguar. What a party. First to Paris, we stayed one night at the Intercontinental Hotel, then still on Rue de Castiglione. We had to laugh about the tiny room, which in my memory was about 12 square metres. Then we went on to Cannes in one go. I was reading the map and she had sternly told me not to fall asleep. Yes, boss.
When we arrived at the flat in the late afternoon (or was it early evening, I don’t remember) there was nothing to eat. No problem, we went straight to the Boulevard de Croisettes. Where should we eat? We did have a Guide Michelin with us, but it was still in the flat. Oh, we were so hungry. This terrace then. No, fluorescent lighting, not very cosy. That one then? Oui! By now it was around 9 p.m. – on the Côte a very normal time to have dinner. After studying the menu, we decided to go for the ‘soupe de poisson’; no idea what we would get, as neither of us had ever eaten this before. And then it came. One of those old-fashioned white soup tureens with lion’s heads and a big ladle in it, a bowl of croutons, a small bowl of grated Gruyère and a small bowl of rouille. What were we supposed to do with all that? We looked around and understood that the idea was to ladle out the soup, spread the rouille on the croutons, put it in the soup and then sprinkle the cheese on top. Immediately the soup started to bind. And then the first bite… Divine! Just a little more, pourquoi pas? Yes, that is when the fish soup came into my life.
I worked for my friend for six and a half years. In 1983 I left for another job; the friendship remained.
Almost twenty years later, 1995. My friend invited me and another friend of hers for a very long weekend in Cannes. She had rented a flat right next to the Carlton Hotel. During the day, we sunbathed on the pontoon of the hotel, in the evening we had a festive dinner because there were fireworks. We looked at the menu: no fish soup, but bouillabaisse. Well, that would be it. It turned out to be a dish that was served in six courses. One dish more refined than the other, but when we finally reached the real bouillabaisse (no, that is not soup, but that is the fish from which the soup is made), we already lost our appetite. Oh yes, it was délicieux, but – excusez-nous – really too much, pas de dessert, no please – forget le café. We had to laugh about it.
I have been going to Paris a few times a year for about forty years and I always eat oysters (oui, avec une coupe de champagne) at Brasserie Terminus Nord before taking the Thalys home. In winter, the fish soup is on the menu and that is really the best fish soup I know. Okay, a long time ago, in the time of Gerard Fagel and Wulf Engel, you could also have a delicious fish soup at Auberge De Hoefslag, but it had so much lobster stock in it, it was more like a bisque. When I was in Marseille in July, I ate a delicious fish soup at the Brasserie/Restaurant La Cuisine (a restaurant run by Gerald Passedat – his restaurant Le Petit Nice has had three stars since 2008).
The soupe de poisson is still a dish that I love to eat. And of course when I do order it I always think of my friend.
Published: 29/7/2022